Friday, April 26, 2024 - 15:24 pm CEST
Email Email | Print Print | rss RSS | comments icon Comment |   font decrease font increase

   


Published in the Wall Street Journal; december 30, 2009.

by Danny Ayalon (Mr. Ayalon is the deputy foreign minister of Israel).

Catherine Ashton

De recente verklaringen van de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie, Catherine Ashton, waarin ze kritiek uit op Israël, hebben opnieuw internationale aandacht gegeven aan Jeruzalem en de nederzettingen. Er lijkt echter maar weinig echt inzicht te zijn betreffende het Recht van Israël over wat in het algemeen de “bezette gebieden”, maar in werkelijkheid “betwiste gebieden” zijn.

Dat komt omdat het land nu bekend als de Westelijke Jordaanoever niet kan worden beschouwd als “bezet” in de juridische zin van het woord, omdat het nooit een erkende soevereiniteit had vóór de verovering door Israël. In tegenstelling tot wat sommigen geloven is er nooit een Palestijnse staat geweest, en geen enkel ander volk heeft ooit Jeruzalem als hoofdstad gehad, ondanks dat het voor honderden jaren onder Islamitische controle is geweest.

De naam “West Bank” werd voor het eerst gebruikt in 1950 door de Jordaniërs, toen zij het land wilden onderscheiden van de rest van Jordanië, dat aan de oostelijke oever van de rivier de Jordaan lag. De grenzen van dit gebied werden slechts een jaar voordien ingesteld tijdens de Armistice Overeenkomst tussen Israël en Jordanië, wat een einde maakte aan de oorlog die begon in 1948 toen vijf Arabische legers de ontluikende Joodse staat binnenvielen. Het was op aandringen van Jordanië zelf dat de 1949 Armistice grens niet een internationaal erkende grens werd, maar slechts een scheidingslijn tussen legers. De Armistice Overeenkomst verklaard uitdrukkelijk: “Geen enkele bepaling van deze overeenkomst zal op enigerlei wijze afbreuk doen aan de rechten, vorderingen en de standpunten van beide partijen zoals bekend ten aanzien van een vreedzame oplossing voor het Palestina vraagstuk, de bepalingen van deze overeenkomst worden uitsluitend gedicteerd door militaire overwegingen.” (cursivering toegevoegd). Deze grens werd de beroemde “groene lijn”, zo genoemd omdat de militaire ambtenaren tijdens de onderhandelingen een groene pen gebruikten om de lijn op de kaart te trekken.

Na de Zesdaagse Oorlog, toen de Arabische legers opnieuw Israël trachten te vernietigen en de Joodse staat vervolgens de Westelijke Jordaanoever en andere gebieden veroverden, zocht de Verenigde Naties naar een duurzame oplossing voor de conflicten. VN-Veiligheidsraad resolutie 242 is waarschijnlijk een van de meest onbegrepen stukken in de internationale arena. Terwijl velen, vooral de Palestijnen, een uitleg benadrukken dat het document eist dat Israël alles teruggeeft wat het veroverd heeft achter de Groene Lijn, is de waarheid echter een geheel andere. De resolutie roept op tot “vrede binnen veilige en erkende grenzen”, maar nergens staat vermeldt waar die grenzen moeten komen.

Het is het beste om eerst de bedoelingen van de opstellers van de resolutie te begrijpen alvorens andere interpretaties te omarmen. Eugene V. Rostow, Amerikaans onderminister van politieke zaken in 1967 en een opsteller van de resolutie, verklaarde in 1990: “de Veiligheidsraad resolutie 242 en (de latere VN-Veiligheidsraad Resolutie) 338 … berust op twee beginselen, “Israël is gerechtigd om het grondgebied te beheren tot zijn Arabische buren vrede maken, en als de vrede is gemaakt, moet Israël zich terug trekken achter ‘veilige en erkende grenzen’, die niet dezelfde hoeven te zijn als de Armistice demarcatielijnen van 1949.”

Lord Caradon, toendertijd de Britse VN-ambassadeur en de belangrijkste opsteller van de resolutie die aan de Veiligheidsraad werd voorgelegd, zei in 1974 ondubbelzinnig dat “Het verkeerd zou zijn van Israël te eisen om terug te keren naar zijn posities van 4 juni 1967, omdat die posities ongewenst en kunstmatig waren.”

De Amerikaanse ambassadeur bij de VN in die tijd, voormalig rechter van het hooggerechtshof Arthur Goldberg, maakte het probleem nog duidelijker toen hij in 1973 verklaarde, dat “de resolutie spreekt van terugtrekking uit bezette gebieden zonder de vaststelling van de omvang van de terugtrekking.” Dit zou een “minder dan een volledige terugtrekking omvatten van Israëlische troepen uit bezet gebied, voor zover Israël had bewezen dat de vroegere grenzen onveilig zijn.”

Zelfs de Sovjet-afgevaardigde bij de VN, Vasili Koeznetsov, die vochten tegen de definitieve tekst heeft toegegeven dat de resolutie Israël het recht geeft om “zijn troepen terug te trekken langs die lijnen die het passend acht.”

Na de oorlog in 1967, toen de Joden begonnen terug te keren naar hun historische hart van de Westelijke Jordaanoever of Judea en Samaria, zoals het gebied bekend was over de hele wereld 2000 jaar lang totdat de Jordaniërs het hernoemd hadden, ontstond de kwestie van de nederzettingen. Echter, Rostow vond geen juridische belemmeringen die Joodse nederzettingen in deze gebieden verbieden. Hij beweerde dat het oorspronkelijke Britse mandaatgebied Palestina nog steeds van toepassing was op de Westelijke Jordaanoever. Hij zei dat:

“het recht van de Joodse nederzetting in Palestina ten westen van de rivier de Jordaan, dat is in Israël, de Westelijke Jordaanoever, Jeruzalem, onaantastbaar is gemaakt. Dit recht is nooit beëindigd en kan niet worden beëindigd, behalve door een erkende vrede tussen Israël en zijn buren. Er is geen internationaal bindend document met betrekking tot dit gebied, dat dit recht van joodse nederzettingen aldaar heeft tenietgedaan.”

En toch, er is deze perceptie dat Israël gestolen land bezet en dat de Palestijnen de enige partij met de nationale, juridische en historische rechten zijn. Niet alleen is dit moreel en feitelijk onjuist, maar hoe meer dit verhaal wordt geaccepteerd, hoe kleiner de kans de Palestijnen de behoefte voelen om te komen tot de onderhandelingstafel. Uitspraken zoals die van Lady Ashton zijn niet alleen onjuist, ze duwen een onderhandelde oplossing verder weg.


Mazzeltov,

Crethi Plethi

Email Email Print Print

Comments are closed.


avatar

Quotes and Sayings

About the Region, Islam and cultural totalitarianism...

    You know, I have repeatedly defended President Bush against the left on Iraq, even though I think he should have waited until the U.N. inspections were over. I don’t believe he went in there for oil. We didn’t go in there for imperialist or financial reasons. We went in there because he bought the Wolfowitz-Cheney analysis that the Iraqis would be better off, we could shake up the authoritarian Arab regimes in the Middle East, and our leverage to make peace between the Palestinians and Israelis would be increased.

    — Bill Clinton, Interview with Time Magazine, June 2004

Weather Forecast

Middle East region weather forecast...

CRETHIPLETHI.COM - ONLINE MAGAZINE COVERING the MIDDLE EAST, ISRAEL, the ARAB WORLD, SOUTHWEST ASIA and the ISLAMIC MAGHREB - since 2009