- crethiplethi - https://www.crethiplethi.com -

Wie Spreekt Zich Nu Eens Uit?

Gepubliceerd in Het Zoeklicht [1], 17 april 2010, jaargang 86; “Wie spreekt zich nu eens uit?

Door Feike ter Velde [2],

De Islam is in onze Westerse wereld een moeilijk thema, omdat bijna alles botst met het vrijheidsideaal in onze samenleving. Dat vrijheidsideaal wil afrekenen met alle taboes. Alles moet bespreekbaar zijn en liefst ook nog zichtbaar worden gemaakt op de televisie. De laatste tijd valt dat ook op als het gaat om seksueel misbruik in Rooms-katholieke instellingen. In een onlangs verschenen boek ‘Een meisje voor dag en nacht‘, door de journaliste Renate van der Zee,wordt schokkend duidelijk hoe het kan gaan achter een gesloten voordeur in een Islamitisch gezin. Een echt gebeurd verhaal van incest en familie-eer dat licht werpt in een duistere werkelijkheid. Nu nog de politieke en kerkelijke leiders.

Een meisje wordt lange tijd door haar broer seksueel misbruikt. Het gaat om een traditioneel Marokkaans gezin. De familie-eer moet er hoog worden gehouden. Ze mag de straat niet op, want dan zouden de mannen naar haar kunnen kijken. In werkelijkheid is ze voor haar broer ‘het meisje voor dag en nacht.’ Het boek toont op dramatische wijze de nood aan van meisjes en vrouwen in de volstrekt gesloten Islamitische cultuur.

De moed van het meisje, dat met gevaar voor eigen leven de publiciteit verkoos boven een leven in slavernij, is meer dan bewonderingswaardig. Maar het moet meer met ons doen dan alleen bewondering voor haar afdwingen, of gevoelens van medeleven of medelijden. Wij moeten met het probleem van de Islam in onze samenleving aan de slag gaan, in plaats van een voortdurende ontkenning door verwijzing naar Islamieten die het wel goed doen. Dat is prachtig, maar juist die moeten in de eerste plaats worden opgeroepen in hun eigen kringen de problematiek van vooral meisjes en vrouwen aan de orde te stellen.

Er zijn Islamitische vrouwen die rechten studeren aan onze universiteiten, om straks een dikke boterham te verdienen. Maar het zou nog beter zijn om van hen te vernemen dat zij de achterlijke geslotenheid van hun eigen cultuur radicaal gaan bestrijden. Zij hebben er alle middelen toe.

Vraagt men wat door aan Moslims over het geweld, dan zegt men vaak dat de meeste slachtoffers van dit geweld Moslims zijn. We moeten hier dan denken aan de gruwelijkheden in Irak, Pakistan en Afghanistan, waar terroristen er niet voor terugdeinzen ook grote aantallen van hun eigen mensen om te brengen. Dat argument is echter verhullend en vertekent het beeld. Daar moet men niet mee wegkomen.

Ook Ayaan Hirsi Ali, die onlangs naar Nederland kwam om haar nieuwste boek, Nomade, te presenteren, doet niet anders dan de achterlijkheid van de Islamitische cultuur te bestrijden. Dat is wat anders dan de bestrijding van de Islam als zodanig. Dat zit er ook wel in, omdat het islamitische geloof als de oorzaak wordt gezien vanwege de handhaving van de zeden en gewoonten uit de zevende eeuw, de tijd van Mohammed.

Ayaan Hirsi Ali is eerst gevlucht uit Somalië, vanwege de politieke en fanatieke Islam. Vervolgens moest zij vluchten uit Nederland, vanwege een wonderlijke combinatie van haat, jaloezie en politiek gekonkel in Den Haag, met Rita Verdonk als hoofdrolspeler. Een onfrisse vertoning jegens een vrouw die te groot en te intelligent is voor het dorp dat Nederland heet. Haar nieuwste boek kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de gedachtevorming over de Islam in het Westen en de toekomst die daardoor in toenemende mate wordt beheerst.

Ze zegt: “Mensen vroegen naar de ervaringen van andere Moslimvrouwen. Keer op keer werd me de vraag gesteld: Hoe typerend was jouw ervaring? In hoeverre ben jij representatief? Nomade beantwoordt die vraag. Het boek gaat niet alleen over mijn leven als zwerver in het Westen. Het gaat ook over het leven van de vele immigranten die naar het Westen komen; de filosofische en heel reële problemen van mensen, met name vrouwen, die in een hermetisch gesloten traditionele moslimcultuur leven, binnen een volstrekt open samenleving. Het gaat over hoe islamitische idealen botsen met Westerse idealen. Het gaat over de botsing van beschavingen die ikzelf en miljoenen anderen hebben doorgemaakt en nog steeds doormaken.”

Haar verhalen in het boek signaleren drie aspecten die verantwoordelijk zijn voor de botsing van Islam met het Westen: seks, geld en geweld. Ze roept het Westen op zich te verenigen, ten einde het lot van Moslimvrouwen te verbeteren en de radicalisering onder jongeren te bestrijden. Ze draagt suggesties aan voor verbetering van de integratie, voor de bevrijding van moslimvrouwen en ter bestrijding van de radicalisering. Ze raadt Moslims zelfs aan Jezus als geestelijk leidsman te verkiezen in plaats van Mohammed.

Het is dan ergerlijk als er direct in de Nederlandse pers weer uiterst negatief op haar wordt gereageerd. Daags na de verschijning van haar boek schreef een dominee in het Nederlands Dagblad dat Christenen Ayaan niet nodig hebben, omdat haar strijd vanuit het liberalisme wordt gevoerd en niet vanuit een Christelijke levensvisie. Dat mag zo zijn, maar als Ayaan zegt dat Jezus veel aardiger is dan Mohammed, bedoelt ze hetzelfde te zeggen als destijds Frits Bolkestein, namelijk dat de Tien Geboden de best denkbare remedie zijn tegen de verloedering van onze samenleving.

Dat zijn goede uitspraken, van wie ze ook komen. Dat directe verzet tegen Ayaan, die misschien in Amerika positievere dingen van het Christelijke geloof heeft gezien dan hier in Nederland, is goedkoop, bijna ordinair en dat nog wel uit Christelijke kringen. Opnieuw een bewijs dat Nederland niet de veilige haven is voor een vrouw van haar allure.

Dat geldt niet alleen voor Ayaan Hirsi Ali, maar voor bijna alle ex-Moslims die wat te berde willen brengen over het geloof dat ze ooit verlieten. Ze worden aan de kant geschoven, het zwijgen opgelegd of doodgezwegen. Met gevaar voor eigen leven richtte de jonge Iraniër Ehsan Jami het ‘Comité voor ex-Moslims’ op. Hij schreef een boekje ‘Het Recht om ex-Moslims te zijn.’ Ehsan beschrijft hoe we steeds weer worden geconfronteerd met de intolerantie van radicale Moslims jegens andersdenkenden, vrouwen, homoseksuelen en afvalligen. Hij wil aan radicale Moslims laten weten dat

‘wij hun daden niet langer tolereren en dat wij ons niet langer laten terroriseren en gijzelen.’

Hij heeft de activiteiten voor een dergelijk comité opgegeven vanwege de bedreigingen van fanatieke Moslims en de angst van ‘gematigde’ Moslims zijn actie openlijk te steunen.

Door een streng verbod op afvalligheid – als Moslim geboren mag je nooit anders dan Moslim zijn – zijn het Midden-Oosten, Afghanistan, delen van India en Indonesië vandaag Islamitische landen, veroverd door het zwaard van de Islam. Tot op vandaag is het geweld in de islamitische wereld ongekend grof. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat alle Moslims gewelddadig zijn. Door dat eraan te plakken wordt alle kritiek op het politieke Islamitische geweld monddood gemaakt.

Deze houding noemt men ‘politiek correct.’ Het is echter oliedom, want de politieke Islam is de grootste bedreiging in heel onze Westerse wereld. Deze zogenaamde politiek correcte houding treft men ook aan in tal van Christelijke kringen. Met name door zich af te zetten tegen de politicus Geert Wilders. Dat is goedkoop en net zo populistisch als de politieke uitlatingen van de man die men wil bestrijden.

Ibn Warraq

Het derde belangwekkende boek is ‘Weg uit de Islam‘, door Ibn Warraq [3] en in Nederland uitgekomen bij uitgeverij Meulenhof. Ibn Warraq is een pseudoniem, want zo’n boek zou de schrijver met de dood moeten bekopen. Afvallen van de Islam moet met de dood worden bestraft, zo leren orthodoxe Ayatollahs en Imams.

In dit boek komen ex-Moslims aan het woord, die een toelichting geven over hun uittreden uit de Islam. Velen moeten dat eveneens onder een pseudoniem doen. Niet zelden klinkt woede door over wat men vroeger van de Islam heeft meegemaakt. Een anoniem citaat uit dit boek:

“Ik werd gedwongen de religieuze training bij te wonen, met achterlijke, wrede Moellahs, die mijn oor omdraaiden en me uitscholden, ieder keer als ik de Koranteksten verkeerd uitsprak. De vele troep die ze produceerden alsof het de goddelijke waarheid was, was ontstellend. Ik ontwikkelde een diepgewortelde angst voor Allah en voor ongehoorzaamheid aan zijn wet.” Hij spreekt verderop van ‘de fascistische, absolutistische doctrines van de Islam.’

Een ander citaat:

“Vroeger was ik een echte fundamentalistische Moslim. Ik geloofde in de Islam en hield zeer van dit geloof. Maar toen ik de Koran een paar keer las, begon ik vragen te stellen over een aantal verzen. Er stonden dingen in die me erg nerveus maakten, o.a. de vele verhalen over Mohammed. De overwinning op de Joden en hun onderwerping vond ik nogal schokkend, net als de vele verkrachtingen van vrouwen. Dit wilde ik niet geloven en dacht bij mijzelf dat het leugens waren. Uiteindelijk ben ik naar een Islamgeleerde gegaan in de moskee om hem te vragen naar het leven van Mohammed, zijn vele vrouwen en zelfs zijn seksuele gevoelens voor een meisje van zes jaar (A’isha), waarmee hij trouwde en met wie hij op haar negende jaar seksuele omgang had. Zijn antwoorden waren onbevredigend en ik ben weggelopen. Sindsdien ben ik mijn geloof kwijt. De Islam is een leugen en een pure vervalsing. Een eerzaam mens kan niet geloven in een pedofiel. Ik snap niet dat een man van vijftig seks kan hebben met een meisje dat nog met poppen speelt.”

Deze boeken doorbreken een taboe in stand gehouden door fanatieke Moslims en de zogenaamde politieke correcten in ons land. Ook de zwijgende Moslims die in ons parlement zitten, zouden de moed moeten hebben zich in het publieke domein kritisch uit te laten over de donkere kanten van de Islamitische cultuur. In onze rechtsstaat hebben juist zij alle mogelijkheden. Uitgerekend zij zouden de onderdrukte vrouwen en misbruikte meisjes moeten bemoedigen en moeten pleiten voor actief beleid tegen dergelijke misstanden. Maar het blijft opmerkelijk stil. Die stilte, die politieke correctheid, ondersteunt de werfkracht van een partij als de PVV van Geert Wilders.

Ex-Moslims spreken in deze boeken openlijk van fascistische en gewelddadige uitwassen in de koran, de Islamitische cultuur en zelfs in Islamitische gezinnen in ons land achter de gesloten voordeur. Nu nog onze politieke voormannen, onze Christelijke leiders en evangelische smaakmakers. Wie neemt het voortouw?


 Email [4]